Somali
Uiterlijk
Het beeld van de Somali is een kleurrijke kat met een duidelijk kenmerkend getickt tabby patroon. De kat is gemiddeld van grootte. De Somali is elegant maar gespierd van bouw en vertoont een actieve en alerte uitstraling. De kop vormt een gematigde licht geronde wigvorm met afgeronde contouren. De neuslijn is glooiend en tussen de oren is veel ruimte. De kop gaat over in een elegante nek. De voorsnoet is noch puntig noch vierkant. De kin dient stevig te zijn met een sluitend gebit. De oren zijn alert, groot en gematigd puntig en staan open. De ogen zijn amandelvorming, groot en stralend en expressievol. Ze kunnen van goudkleurig tot groen zijn. De ogen zijn omrand door een fijne donkere lijn, omcirkeld door een lichter gekleurd gebied. Het lichaam is gemiddeld van lengte, elegant en stijlvol, maar goed gespierd en stevig zonder grof te zijn. De lichaamsbouw van de Somali zit tussen de twee extremen van gedrongen en uiterst elegant in. Het complete lichaam dient een harmonieuze balans te bezitten. De poten zijn elegant en fijngebouwd. De voetjes zijn klein, ovaal en compact. De Abessijn geeft de indruk hoog op de poten te staan. De staart is stevig aan de aanzet, gemiddeld van lengte en door het lange haar is de staart bossig en eindigt in een brede pluim.
Karakter
Net als de Abessijn is de Somali nooit een echte modekat geworden. Het uiterlijk en het karakter appelleren aan een klein publiek dat valt op de combinatie van een elegant uiterlijk en een actief karakter. De meeste mensen die met Somali’s fokken hebben slechts een kleine groep in huis. Dit omdat het ras vrij veel aandacht vraagt en zich niet op zijn gemak voelt in een te grote groep. Somali’s zijn intelligente dieren die betrokken willen zijn bij alles wat er in huis gebeurt. Ze zijn zeer op mensen gericht en willen een hechte band met hun eigenaar. Het zijn geen echte schootkatten, maar waar je bent of wat je ook aan het doen bent is ook je Somali aanwezig om zich er tegen aan te bemoeien! Dat betekent een eigenaar die daar tegen kan en die zo'n band apprecieert. Een Somali ziet zijn eigenaren als "maatjes" waar je samen dingen mee onderneemt. Het zijn kieskeurige gevoelige dieren die zich niet op hun plaats voelen in een te grote groep, maar er ook niet tegen kunnen om als enig huisdier in een huis te wonen waar de eigenaren de hele dag werken. De Somali is een actieve aanhankelijke en soms wat veeleisende kat voor mensen die de combinatie van subtiliteit, gevoeligheid, activiteit, affectie en intelligentie waarderen.
Historie
Het moederras van de langharige Somali, de kortharige Abessijn, wordt al meer dan honderd jaar gefokt. Begonnen als ras in Engeland verspreidde deze zich al spoedig over geheel Europa en Amerika. De herkomst van de Abessijn was een mix van getickt tabby katten, vaak van onduidelijke en diverse Oriëntaalse origine, gemengd met huiskatten in het begin en later. Dit feit is er indirect verantwoordelijk voor geweest dat in de jaren zestig van de vorige eeuw er uit bepaalde combinaties in Engeland maar ook elders langharige kittens geboren werden. De erkenning van deze "langharige Abessijn", wat de Somali in wezen is, was niet eenvoudig. Sommige fokkers schaamden zich voor de langhaartjes in hun nestje en waren bang dat het uit zou komen dat hun dieren de recessieve langhaarfactor droegen die toch niet bij de Abessijn hoorde. Anderen dachten dat er mogelijk geknoeid was met stambomen en dat er daarom opeens langhaar resulteerde. Later bleek dat de herkomst van het gen voor langhaar gewoon al heel vroeg was te traceren. Stamboomonderzoek bracht aan het licht dat in de jaren dertig van de twintigste eeuw, maar ook vlak na de Tweede Wereldoorlog in Engeland er enkele langharige huiskatten en ook een pers "ingeslopen" waren en wanneer verre afstammelingen van deze dieren later weer met elkaar gekruist werden, de eigenschap voor langhaar er weer uitkwam.