Singapura
Uiterlijk
De Singapura is klein van postuur (het kleinste kattenras) maar wel stevig en gespierd gebouwd. Ze hebben grote ogen en oren en om het makkelijk te maken komen ze maar in 1 officieel geregistreerde kleur voor; sepia agouti. Wederom is dit een kat met een ticked vacht, d.w.z. minimaal dubbele ticking en de haarpunt is donker(bruin). Ze moeten streeptekening aan de binnenkant van de voorpoten hebben, streeptekening aan de buitenzijde van de voorpoten wordt als een fout aangemerkt, en op de knieën moet ook streeptekening aanwezig zijn. Een aalstreep is toegestaan en de bovenzijde van de staart vertoont vaak een donkere streep eindigend in de staartpunt. De ondervacht, buik, borst en rondom de mond zijn ivoorwit gekleurd. Lijn om de ogen en ook een donker lijntje van de ooghoek richting de neus, dit laatste is in geen geval een traanvlek. Ze hebben een steenrode neusspiegel met een donkere ononderbroken omlijning.
Karakter
De Singapura is zeer sociaal, hetgeen zich ten zeerste uit in de positieve benadering naar alle andere huisgenoten (dieren en mensen) toe. Wil een Abessijn nog wel eens op haar strepen staan betreffende het bezit van een speeltje, een Singapura laat wat dat betreft wat over zich heen lopen en kijkt dan maar op afstand toe of zoekt iets anders om mee te spelen. Alles wat nieuw is wordt onderzocht, overal willen ze bij zijn en al heel gauw ontwikkelen ze een routine met je waar ze je ook graag aan houden. Vertoon je bepaald gedrag, snoepjes geven op een bepaald tijdstip bijvoorbeeld, dan word je daar ook altijd door ze aan herinnerd.
De katten zijn over het algemeen laat volwassen, een eerste krolsheid van een poes is vaak te verwachten na het eerste levensjaar. Tevens zogen de moeders de kittens vaak tot de laatste dag voordat de kleintjes naar hun nieuwe eigenaar mogen; daardoor zijn de eerste weken voor een kitten bij een nieuwe eigenaar des te moeilijker, want deze moederliefde wordt ten zeerste gemist.
Historie
Van dit ras is het ontstaan nog zeer recent en al zeer veel beschreven her en der. Singapura is het Singaporese woord voor het land zelf. Ook kucinta oftewel liefdeskat is in Singapore tegenwoordig een veel gehoorde bijnaam voor dit ras, wiens beeltenis tegenwoordig gebruikt wordt als promotiemateriaal voor het land van herkomst.
De familie Meadow leefde begin jaren 70 in Singapore en keerde daarvan terug naar de Verenigde Staten met medeneming van enkele van de lokale katten. Deze katten zagen zij daar in de riolen en stegen van Singapore rondlopen en vielen op door hun gemeenschappelijke kenmerken. Klein van stuk, dan pasten ze ook in die door hen veel gebruikte rioolbuizen, en een ticked vachtpatroon. De drie katten die zij meenamen vanuit Singapore waren de stamouders van de singapura-populatie heden ten dage; Puss, Ticle en Tess.
Er is ook nog één en ander aan twijfel wat betreft de ontstaansgeschiedenis van dit ras, daar er beweerd wordt dat deze katten een kruising van de abessijn en de burmees zouden zijn. De ontdekkers van dit ras, de familie Meadow, ontkennen dit. Wel zijn een aantal andere rassen gebruikt om het genotype van de Singapura te determineren. Kittens met een egaal gekleurde vacht werden uitgesloten voor de fok en de dragers daarvan ook. Singapura’s in het algemeen zijn later vanuit de Verenigde Staten naar landen over de hele wereld geëxporteerd maar zijn zeker niet algemeen en wijdverspreid te noemen. De meeste fokkers tref je aan in Engeland en de Verenigde State